©

 

 

Vlaamse Leeuw

 

Filip van de Elzas bezorgde Vlaanderen het huidige wapenschild: de klimmende leeuw van sabel, getongd en genageld van keel, op het gouden veld.

 

Er wordt wel eens beweerd dat hij het meebracht uit het Heilige Land, waar hij het in 1177 zou hebben veroverd op een saraceens ridder, maar dat is een mythe. Alleen al het feit dat de Leeuw op zijn zegel uit 1163 verschijnt, toen hij nog geen voet in de Oriënt had gezet, spreekt dit verhaal tegen.

 

In werkelijkheid volgde Filips gewoon een West-Europese mode; ongeveer in dezelfde periode verscheen er ook een leeuw in de wapens van Brabant, Holland, Limburg en andere vorstendommen.

 

Hoewel er geen enkel historisch bewijs voor bestaat, vinden we vanaf de 14de eeuw in verschillende wapenboeken de bewering dat het huis van Vlaanderen vóór de Leeuw een gegeerd schild van twaalf stukken van lazuur en goud voerde, met een hartschild van keel. Dit werd toegeschreven aan de legendarische Liederik van Buc, van 793 tot 817 eerste Forestier of woudmeester (titel van de Vlaamse prinsen vóór ze graaf werden) van Vlaanderen. Het is waarschijnlijk afgeleid van een verkeerd geïnterpreteerd sierbeslag op het schild van de Vlaamse graaf Willem Clito, zoals het stond afgebeeld op zijn grafmonument in de Sint-Bertinusabdij van Sint-Omaars. Dat schild vertoont centraal een umbo (sierknop) van waaruit enkele stralen naar de schildranden vertrekken. In zijn zoektocht naar het oude wapen van Vlaanderen heeft abt Iperius, biograaf van het Vlaamse gravenhuis, dit geïnterpreteerd als een gegeerd wapen met een hartschild; de kleuren - die hij er zelf aan moet hebben toegevoegd - zijn vermoedelijk deze van het Franse koningshuis. Zo krachtig was zijn visie dat dit wapen in nauwelijks 30 jaar tijd volkomen ingeburgerd raakte.

 

Een aannemelijk alternatief lijkt te zijn dat zowel Diederik als Filips van de Elzas beslag wilden leggen op het nalatenschap van Willem Van Ieper, ten nadele van diens onwettige maar gelegitimeerde zoon. Vier jaar vóór het zegel van Filips, in 1158, verschijnt er op het tegenzegel van Willem van Ieper een rechtsgaande leeuw. Willem kan dit wapen geërfd hebben van de vroegere graven of meegebracht hebben uit Engeland, waar hij twintig jaar verbleef als aanvoerder van huurtroepen in dienst van de Koning. Om het gevaar van usurpatie te voorkomen werd het wapen van Willem echter niet letterlijk overnomen: de gaande leeuw werd een klimmende.

Leuke bedenking: Wie de Vlaamse Leeuw bekijkt krijgt de indruk dat hij "een neus zet". Misschien wel een vroege vorm van humor voor het feit dat de graaf de opvolger van Willem van Ieper een hak zette.

 

Filips kan het wapen ook gekozen hebben als zoon van Sybilla van Anjou, zuster van Godfried Plantagenet, die een schild voerde met twee klimmende (rechtopstaande en naar links gekeerde) leeuwen. Hij kan het ook gekozen hebben wegens zijn verblijf in Engeland waar hij tijdens een kruistocht van zijn ouders onder bescherming stond van de Engelse Koning, Hendrik II Plantagenet. Hendrik II voerde gaande leeuwen in zijn schild.

 

        
©